Spieren kunnen samentrekken op twee manieren; isotoon, of isometrisch.
Bij een isotone spiercontractie verandert de lengte van de spier, om zo een beweging mogelijk te maken. Isotone spiercontracties zijn verder onder te verdelen in concentrische spiercontraties en excentrische spiercontracties.
Bij een isometrische spiercontractie trekken spieren samen, maar verandert de spier niet van lengte, en treedt er geen beweging op.
Al deze soorten spiercontracties kun je gebruiken bij je krachttraining. Bij de uitvoering van de meeste oefeningen worden er meerdere soorten spiercontracties gebruikt. In dit artikel leg ik het verschil in deze spiercontracties uit aan de hand van een voorbeeld met de oefening bankdrukken.
Concentrische spiercontractie
Bij een concentrische spiercontractie verandert de lengte van een spier; de spier verkort. Bij het uitvoeren van de meeste normale oefeningen in de sportschool is dit het gedeelte waarbij je een gewicht omhoog tilt of duwt. Dit is bij deze oefeningen het zwaarste gedeelte van een oefening. Bij een concentrische spiercontractie is de spierkracht dus groter dan de weerstand.
Voorbeeld: Bij het bankdrukken is het omhoog drukken van de halterstang een concentrische spiercontratie voor de triceps, borstspieren, en de voorste schouderkop.
Excentrische spiercontractie
Bij een excentrische spiercontractie verandert de lengte van de spier; de spier wordt langer terwijl deze wel kracht levert. Bij de meeste oefeningen in de sportschool is het excentrische gedeelte het gedeelte waarbij je het gewicht laat zakken. Bij normale oefeningen is dit het lichtste gedeelte van de oefening. De functie van een excentrische contractie is het afremmen van het gewicht. De excentrische spiercontractie is de spierkracht kleiner dan de weerstand, en groter dan 0.
Voorbeeld: bij het bankdrukken is het gedeelte van de oefening waarbij je de halterstang langzaam tot op de borst laat zakken een excentrische spiercontractie voor de triceps, borstspieren, en de voorste schouderkop.
Isometrische spiercontractie
Bij een isometrische spiercontractie verandert de lengte van de spier niet, terwijl de spier wel kracht levert. De spierkracht is bij een isometrische spiercontractie gelijk aan de weerstand.
Voorbeeld 1: bij het bankdrukken is het stilhouden van de halterstang halverwege de range of motion een vorm van een submaximale isometrische spiercontractie.
Voorbeeld 2: het uitvoeren van een zogenaamde ‘isometric pin press'. Bij een isometrische pin press zet je maximaal kracht, en probeer je de halterstang omhoog te duwen. Omdat de stang wordt tegengehouden door een onbeweegbaar object, zoals de ‘pins' van een power rack, is dat echter niet mogelijk. Je krijg daardoor een maximale isometrische spiercontractie. Ookal zetten de spieren maximaal kracht, beweegt de halterstang niet verder omhoog, en verkorten de triceps, borstspieren, en de voorste schouderkop niet. Zie ook dit filmpje met demonstratie van deze oefening.